top of page

Inleiding door Jan Desloover (De Standaard) 

  • Twitter Clean

Follow me on Twitter

  • w-flickr

Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en

geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.' De schijnbare evidentie van het Artikel 1 uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt nog continu weersproken door de werkelijkheid. Een aanzienlijk deel van de gemiddeld 10.000 foto's die dagelijks op een krantenredactie binnenlopen, heeft te maken met inbreuken op die rechten. Op basis van huidskleur, ras, religie, seksuele voorkeur...

Het heet dat de mens kan overleven dankzij zijn gave om snel en grondig te vergeten. Op individueel niveau zal dat best – anders word je gek; op grotere schaal is die gave een van de hoofdredenen waarom we maar blijven hervallen in oude zonden, waarom gewapende conflicten de belangrijkste motor van de geschiedenis blijven. De Verenigde Naties ondertekenden het Mensenrechtenverdrag in 1948, kort na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Vandaag, geen zeventig jaar later, moeten we blijkbaar concluderen dat we niet veel wijzer geworden zijn. Toch?

Het is maar hoe je het bekijkt. Als het over oorlogen gaat, zeggen de cijfers dat sinds 1946 het jaarlijkse aantal slachtoffers met 90 procent is gedaald. Er zijn steeds minder oorlogen tussen staten en sinds begin jaren 1990 is ook het aantal burgeroorlogen sterk afgenomen. Al gaat het sinds 2005 wel weer de verkeerde kant uit. Maar dan nog leven we momenteel in zowat de vreedzaamste tijden sinds mensenheugenis, IS-terreur en vluchtelingencrisis of niet.

Zulke vooruitgang heeft vele vaders maar het is ontegenzeggelijk mede door foto's dat de wereld er, weze het tergend traag, op vooruitgaat. De impact van de Great Depression-fotografie van Walker Evans, Dorothea Lange of Gordon Parks op het Amerikaanse beleid, is niet te overschatten. Als het over oorlogen gaat, lijdt het geen twijfel dat de progressie die volgens de cijfers geboekt is, deels te danken is aan de fotografie - meer dan wat of wie anders zijn het gruwelijke beelden die het einde van de Vietnam-oorlog uiteindelijk bespoedigd hebben.

De weg naar de totale verwezenlijking van het Artikel 1 blijft onnoemelijk lang en lastig. John G. Morris, de legendarische fotoredacteur van onder meer Life, The Washington Post en The New York Times, intussen 99, heeft altijd willen geloven dat de mensheid oorlogvoering en ander fundamenteel onrecht gewoon moet ontgroeien, en dat de fotografie daaraan kan bijdragen. Hij zal die zaligheid niet meer meemaken, maar laten we zijn voluntarisme delen. En laten we dus vooral blijven fotograferen. Als journalist of kunstenaar, als professional of amateur, om aan te klagen of te doen dromen. De hier getoonde werken van Kisp-studenten doen beide.

Follow me on Flicker

bottom of page